Melkproductie op gang krijgen
“Ik heb niet genoeg melk”, één van de oorzaken dat veel moeders stoppen met de borstvoeding. Het is een veel genoemde ‘klacht’. Echter komt een te lage melkproductie maar zeer zelden voor. Decennialang heeft de mens zich kunnen evolueren tot waar wij nu staan. Wanneer er bij zo veel vrouwen een te lage melkproductie zou zijn geweest, hadden wij hier zeer waarschijnlijk niet gezeten. Hoe komt het dan, dat er zo veel moeders met dit probleem lijken te kampen? “Ik heb niet genoeg melk”, één van de oorzaken dat veel moeders stoppen met de borstvoeding. Het is een veel genoemde ‘klacht’. Echter komt een te lage melkproductie maar zeer zelden voor. Decennialang heeft de mens zich kunnen evolueren tot waar wij nu staan. Wanneer er bij zo veel vrouwen een te lage melkproductie zou zijn geweest, hadden wij hier zeer waarschijnlijk niet gezeten. Hoe komt het dan, dat er zo veel moeders met dit probleem lijken te kampen?De tijd waarin wij leven gaat snel, we moeten van alles, ons verwachtingspatroon klopt vaak niet met de werkelijkheid, wij vergelijken: “ik en andere moeders’ . Het komt helaas vaak genoeg voor. Wat moet je weten over borstvoeding en melkproductie voordat je begint:
De borstvoeding komt op gang door je hormonen oxytocine en prolactine. Maar deze hormonen hebben stimulans nodig van je baby (of de kolf). Je baby maakt een ontzettend snelle groei door het eerste levensjaar. Zowel lichamelijk als emotioneel. Daar is energie voor nodig. Dit neemt de baby tot zich, door frequent borstvoeding te nemen.
Het vaak stimuleren en goed legen van de borst geeft meer melk. Voor nu, maar ook op latere termijn. En de eerste paar dagen na de bevalling is het hard werken. Je borstvoeding moet op gang gaan komen en dat doen jullie samen door met regelmaat (minimaal 8 x per 24 uur) aan te leggen.
Ook is huid op huidcontact is een zeer goede stimulans om je hormonale respons een extra zetje te geven. Zodra de stuwing voorbij is, kan je het aantal voedingen wat meer los gaan laten, je melkproductie is op gang. Reageer op je baby. Voedingssignalen zijn hierin erg belangrijk.
Blijf alert op de juiste aanleg techniek. Wanneer de baby de borst goed kan leegdrinken, zal er meer melktransfer zijn. Wees terughoudend in het gebruik van een fopspeen. Deze zorgt ervoor, dat je de voedingssignalen te laat opmerkt en dat de baby zich moe zuigt op de speen. Beide punten zorgen voor een productie terugloop.
Vrouwen met minder opslagcapaciteit kolven/voeden minder melk per keer, hierdoor zal er wellicht vaker aangelegd/gekolfd moeten worden. Vergelijk je dus nooit met een andere voedende moeder, iedereen is anders, er zijn geen vaststaande hoeveelheden welke gekolfd moeten worden!
Met de hand afkolven geeft de eerste 3 dagen meer melkproductie, daarna is een elektrische kolf meer effectief. Het gebruikmaken van de toeschietreflex maakt dat je sneller en makkelijker kolft met een hogere opbrengst. Wissel minimaal 3 x per kolfbeurt van snel zuigen en minder vacuüm, naar trager en krachtiger vacuüm. Waarbij het snelle zuigen, het toeschietreflex stimuleert en het tragere zuigen de melk uit de borst onttrekt.
De prolactine levels (melkstimulerend hormoon) is het hoogst gedurende de nacht en het laagst tijdens de middag. Dit is waarom je tijdens de avonduren altijd wat vaker lijkt te moeten aanleggen om je baby voldaan te laten zijn, of dat je minder milliliters kolft gedurende de avond. Dit ligt niet aan je kolf maar aan je hormonale respons! Wil je de productie verhogen? Leg in de avond/nacht extra aan of kolf een keer extra.
Je baby heeft in de avonduren de meeste trek. Het verwerken van prikkels en een hogere stofwisseling maakt, dat je baby in de avonduren misschien wat vaker wil drinken.
Twijfel niet aan je productie. Wanneer je goed van start gaat en met regelmaat voedt, zou je niet onzeker hoeven zijn over je melkproductie.
“Ik maak melk, wat is jouw superkracht?”
Gebruik deze als jouw eigen mantra en ga geloven in je eigen kunnen!
